Nieuwe personages

In het tweede deel van Terra 7 volg je Conrads reis naar het noorden. Het betekent een kortstondig afscheid van Virginia, Dion, Zania en Kyril die we weer terug zien in deel drie.

In deel twee Het Huis van de Roos leren we Conrad, oudste van de Aardse wetenschappers en technologiespecialist, veel beter kennen. Nieuw zijn verzetsstrijdster Bridget (half Nard, half Afraans) en Duncan, Afraanse edele uit het Huis van de Roos. Hieronder leer je ze kennen aan de hand van een favoriete bezigheid uit hun verleden:

Conrad:
Ik plaats mijn handen voor mij en voel het ruwe oppervlak van de gravelbaan onder mijn vingertoppen. Mijn voeten staan in de startblokken. Hoewel dit geen wedstrijd is, voel ik wel de opwinding die bij een start hoort. Ik breng mijn billen omhoog en zoek het juiste evenwicht met de grootste druk op mijn voeten. Ik haal diep adem. In mijn hoofd laat ik het startsignaal klinken en nog op het signaal zelf spat ik vooruit. Mijn passen niet te kort en niet te lang. Ritme zoek ik en ritme heb ik. De wind suist in mijn oren en mijn ogen tranen. Mijn borst gaat snel op en neer als mijn longen zich vullen en ik de lucht weer uitblaas. Mijn hart bonst en pomp de zuurstof naar mijn spieren die steeds meer en meer verzuren. De laatste paar meters doen pijn, maar het is pijn dat ik verwelkom, want daar is de eindstreep. Dit was een snelle 100 meter, ik weet het zeker.

Bridget:
‘Vuur maken kost tijd’, legt papa mij uit. Ik slaak een diepe zucht. Ik draai en draai en draai maar aan het stokje, maar geen vuur. Het wil niet en het gaat me toch niet lukken, dus boos laat ik het uit mijn handen vallen. Papa gaat achter me zitten en ik ontspan meteen. Hij pakt mijn handen en samen doen we het nog een keer. Door zijn hulp blijft het stokje dat ik draai, veel meer op zijn plaats en ik ruik een brandlucht. Papa pakt snel het plukje houtvezels en legt het tegen het draaipunt aan.
‘Nu eerst weer draaien en dan blazen.’ Ik draai op de manier die papa mij net voordeed. De brandlucht wordt sterker. Ik blaas en ineens is er een prachtig geel vlammetje te zien in het plukje vezels. Als betovert staar ik er naar. ‘Goed gedaan meid’’, prijst papa mij. Hij houdt zijn handen beschermend om het vlammetje en samen brengen we het naar de houtvezels dat tussen het door ons geraapte hout ligt. Al snel vat het vlam en niet veel later warmen we ons aan het vuur.

Duncan:
Met mijn hand strijk ik eerst langs de klep van de vleugel, voordat ik die open doe. Ik weet niet waarom precies, maar ik geniet altijd als mijn vingertoppen de nerf van het hout voelen. Misschien wel omdat dit een Aardse vleugel is, gemaakt met Teraxaans hout.
Ik plaats mijn handen gedachteloos op de toetsen. Wat zal ik gaan spelen? Ik lach als ik zie dat ik bijna automatisch mijn vingers in de juiste positie heb gezet voor de ‘Mondscheinsonate’ van Beethoven en ik begin te spelen. Ik hou van de kalme klanken van dit stuk. De rust die er in zit en het kalme stijgen en dalen van de melodie. Altijd als ik dit speel, moet ik denken aan de Aarde voordat de mens het vernietigde. Die oude wereld waar mijn voorouders ooit leefden. Een wereld waar ‘s nachts slechts één maan je pad verlichtte.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.