De negatieve modus
Ik ben van nature een optimist. Ik heb altijd wel ideeën en plannen en als iets niet lukt of tegenzit ben ik goed in het verzinnen van oplossingen. Daarnaast worstel ik al mijn hele leven met depressies. Met name in de wintermaanden heeft het grote invloed op mijn denken. De laatste jaren wist ik het te onderdrukken met medicatie, maar door een toename van bijwerkingen ben ik daar mee gestopt en moet ik er weer zelf mee omgaan.
Omdat ik er al mijn hele leven mee te maken heb (het begon ongeveer toen ik negen jaar oud was), ken ik het goed en heb ik mezelf geleerd er met afstand naar te kijken. Die afstand helpt om de gedachten en gevoelens die door de depressie in het negatieve getrokken worden met meer realisme te aanschouwen. De depressie is een onderdeel van mij, maar maakt mij niet wie ik echt ben. De depressie kleurt mijn persoon in, alsof er een deel van mij met grijs potlood wordt ingevuld. Ik kan het potlood niet uitgummen, maar er wel onder kijken en zien wat het doet. Bovendien weet ik door ervaring dat een depressie weer weggaat. Mijn eigen bontgekleurde zelf komt dan terug.
Een depressie kent gradaties. Op een schaal van 10, met de 1 als het ergste, zit ik nu op een 5,5 en tegen een depressie aan. Ik noem het de ‘negatieve modus’. Nog niet zwaar genoeg om een depressie te heten, maar alles wat ik hoor, denk of voel gaat wel door een negatief filter. Het is vermoeiend. Ik ben continu negatieve gedachten aan het bijstellen en een opmerking van een ander kan ineens heel hard bij mij binnenkomen en een lading krijgen die de zender er zeker niet mee bedoelt heeft. Een lastige situatie, helemaal nu ik bezig ben met mijn boek na redactie. Toch lukt het me wel en dat voelt goed. Het geeft vertrouwen dat ik, ondanks deze handicap (want dat is), toch door kan met schrijven.
De rede waarom ik er over schrijf in deze column is dat ik weet dat ik niet de enige ben die hier last van heeft. In Nederland krijgt bijna 20 procent van de volwassenen (18-64 jaar) ooit in het leven te maken met een depressie (bron Trimbos instituut). Zeker voor mensen die het voor het eerst meemaken, is het een beangstigende ervaring. Het is heel raar als je hoofd een loopje met je neemt en je niet zelf instaat bent om het te stoppen. Wat ik geleerd heb, is dat je het misschien niet kunt stoppen, maar dat je ook niet machteloos bent, zelfs als je je wel zo voelt. Je bent niet alleen, je kunt er mee leren leven en het gaat vrijwel altijd weer over. Zoek hulp, praat er over en voor de mensen uit iemands omgeving, sta open om te luisteren.
Deze column is verschenen in Celtica’s Magazine van september 2019.