Het belang van proeflezers
Ik ontdekte het pas echt bij mijn tweede boek: hoe proeflezers je verder kunnen helpen. Natuurlijk had ik eerder mijn schrijven laten lezen aan vrienden en bekenden, al was het maar om de ergste spelfouten er uit te halen. Met mijn dyslexie is dat iets waarvan ik altijd zeker weet dat ze erin staan. Daarnaast heb ik een man die niet graag leest, hooguit korte stukjes. Mijn boeken heeft hij dus ook nooit gelezen. Daarmee was ik genoodzaakt om verder te kijken voor feedback. Inmiddels heb ik een aantal mensen die ik kan vragen en waar ik erg blij mee ben. Bovendien zit ik ook nog in een schrijfgroep die fragmenten van mijn boek van commentaar voorziet.
Dit is waarom proeflezers belangrijk zijn:
Verschillende rondes met verschillende lezers
Ik schrijf mijn boek in delen (meestal drie). Ik laat het eerste deel al lezen als ik het tweede deel aan het schrijven ben. Dit is expres, omdat ik dan door de feedback van proeflezers weet of ik op de goede weg ben qua schrijfstijl en karakterontwikkeling. Als alles klaar is, wordt het nog een keer gelezen in een tweede ronde, meestal door andere proeflezers en met meer nadruk op taal.
In elke ronde zit iemand die recenseert en iemand die zelf schrijver is. Mijn ervaring is dat die allebei op andere zaken letten met als resultaat meer feedback.
Uit je eigen bubbel
Als je een boek schrijft ken je de wereld waarin het afspeelt door en door, net als je karakters. Dat kan als gevolg hebben dat alles zo vanzelfsprekend is dat je vergeet je lezers die zaken te vertellen. Andersom kan ook: je onderschat de lezer en vertelt te veel. Proeflezers halen dat soort dingen er uit en stellen vragen. Kan dat wel? Is dit stukje echt anders dan wat je eerder schreef? Waarom is iemand ineens gewond of juist niet meer? En waarom vertel je met dit alweer!
Leest het lekker?
Omdat je als schrijver een verhaal al in je hoofd hebt, lijken sommige overgangen heel logisch, maar voor een lezer niet. Je gaat te snel van scène naar scène of maakt te laat duidelijk in wiens perspectief je zit.
Iets anders is het veelvuldig gebruik maken van een bepaald woord, te veel vulwoorden (ook, weer, heel, enz) of te vaak passief geschreven zinnen. Allemaal zaken die een lezer uit het verhaal halen en die proeflezers opvallen.
Klopt je research?
Je kunt heel veel informatie halen van internet, maar soms is het gewoon het beste om je werk te laten lezen door iemand die als professional kennis heeft vanuit de praktijk. In mijn derde boek komen twee personages voor met niet aangeboren hersenletsel. Mijn tante is activiteitentherapeut in een revalidatiecentrum; ze heeft me al van tips voorzien voor het schrijven en gaat mijn boek straks proeflezen.
De taal- en typefouten er uit
Dit is niet alleen belangrijk voor dyslectici, maar voor iedereen. Je wilt gewoon een foutloze tekst en vaak zie je zelf de fouten niet meer. Iemand die met een frisse blik kijkt, ziet ze wel. En hoe beter de tekst, hoe minder uren je kwijt bent aan een redacteur. Iets wat veel schrijvers zelf betalen.
Je bent de baas over je eigen tekst
Werken met verschillende proeflezers betekent veel feedback die lang niet altijd op één lijn ligt. Prima. Je kunt ook niet alle lezers tevreden stellen. Uiteindelijk kies je zelf hoe de tekst wordt. Laat je niet onzeker maken door je proeflezers, hun kritiek is er om je te helpen een beter boek te schrijven. En soms is beter iets anders dan wat zij als tip meegeven. Je houdt altijd zelf de regie!
Proeflezen is overigens heel leuk om te doen. Ik doe het zelf vooral bij korte teksten en leer er veel. Onder andere dat door met taal bezig te zijn ik steeds meer taal- en typefouten ga zien! Best een openbaring 😊.
Dit artikel is verschenen in Celtica’s Magazine van oktober 2020.